Input versus Output

290 0
Tjeerd Popkema
/ Categories: Van de trainer

De laatste jaren is er steeds meer opkomst van allerlei klokjes die je iets vertellen over je training. Pasritme, verticale oscillatie, tempo, hartslag, grondcontactijd balans, hoogteprofiel, power enz. Als je een beetje een cijfertjes freak bent, heb je er naast het lopen zomaar een hobby bij. En als de leverancier van die klokjes er dan ook nog een algoritme aan gaat koppelen, heb je een klokje wat slimmer is dan je coach en alle wetten van de trainingsleer bij elkaar. Toch?

Uhm, nouja. Daar zijn de meningen over verdeeld zeg maar. Maar om nu alles wat je klokje denkt te weten te gaan uitdiepen lijkt me wat overbodig. Dus laten we het simpel houden en blijven bij de kern, lekker sporten en een beetje oog houden op waar het nu echt om gaat. Dat is vaak heel blijven, vooruitgang boeken en genieten! Al die waardes kunnen je enorm afleiden van deze drie punten. Stel je loopt lekker, maar ziet achteraf dat je klokje vindt dat je VO2max gedaald is of je geleverde vermogen valt wat tegen, je gemiddelde snelheid was lager dan verwacht en ga zo maar door. Dan kun je toch gaan twijfelen, vaak onterecht.

Voor de meeste trainingen vind ik het persoonlijk vaak meer dan genoeg om de tijd en hartslag wat in de gaten te houden. De reden probeer ik dit keer uit te leggen, wat je er mee doet moet je natuurlijk zelf weten. Ik roep ook maar wat. Ik geloof zeker dat met de goede analyse heel veel parameters nuttig kunnen zijn. Maar één ding hebben ze vaak gemeen en dat is, dat ze zijn gebaseerd op output. Output is wat er aan het eind van de energieproductie tot stand is gekomen. Snelheid is daar een goed voorbeeld van. Stel je loopt tegen de wind in, bij dezelfde intensiteit (hartslag=de input) loop je langzamer (snelheid=output) dan met de wind mee. Maar nu maken we het nog wat ingewikkelder voor je klokje. Stel je loopt in het bos, op een zanderige ondergrond, heuvel op, heuvel af, draaien keren. Je tempo (output) is dan veel lager bij dezelfde intensiteit (input).

Om deze reden ben ik voorstander van lopen op hartslag of nog liever lactaatwaarde. Maar dat is nu nog niet realtime te meten en vaak loopt lactaat redelijk gelijk op met hartslag. De hoofdreden is dat je met hartslag meet op basis van input, zeg maar hoe hard je lichaam moet werken om de hoeveelheid gevraagde energie op te wekken. Je lichaam denkt niet in vermogen of snelheid. Het zijn de energieproductieprocessen die bepalen hoeveel effect een training heeft op je aërobe verbrandingssysteem. En laat dat systeem nu net voor een groot deel zijn waar je prestatievermogen tot stand komt. Wanneer zit je in je optimale vetverbrandingszone? Wanneer op je aërobe omslagpunt of je anaërobe? Dat is met input al lastig genoeg, laat staan als je alleen kijkt naar output wat door zo veel factoren wordt beïnvloed. De kans dat je training net niet raak is i.p.v. net wel is mij dan te groot.

Heeft dat meten op output dan helemaal geen nut? Stel je loopt een korte intervaltraining op je 5000m doel tempo/vermogen op de atletiekbaan. Dan heeft hartslag minder nut, omdat je hartslag reageert op het gevraagde vermogen. Het komt dus later op en loopt ook langer door, omdat je energieproductieproces tijd nodig heeft om op gang te komen. Om dan na je tempo ook nog door te lopen om de boel weer recht te trekken, daar kun je tijdens het lopen van die interval weinig mee. Daar komt bij dat je nu een bepaald eindproduct nastreeft, namelijk je 5000m doeltempo. Of, en nu wordt het helaas dan toch wat ingewikkelder. Je lactaatwaarde. Dat is dus ook een vorm van input, maar in dit geval ook output. De behaalde lactaatwaarde kan namelijk ook een trainingsdoel op zich zijn. Maar om bij output te blijven, bij het indelen van een wedstrijd is lopen op output ook een mooie manier om je maximale prestatie te behalen. Je moet dan natuurlijk wel goed weten wat je mogelijke eindtijd kan worden aan de hand van voorgaande wedstrijden, waardes uit je trainingen en omstandigheden tijdens je race.  

En nu komt dan de samenwerking tussen input en output in training. Je wilt bijvoorbeeld een marathon lopen in 2:48, dat is 4:00 per km. Dan heeft die gekke trainer een paar maanden voor je race bijvoorbeeld een training staan van 15 min D1, 6 x 2000m in 8:00 of bijvoorbeeld een vermogen van 340 watt met tussendoor 5 min D1 plus 10 min D1. Bij het tempo/vermogen van de 2000 meters staat dan soms ook nog, mits onder omslagpunt. Je gebruikt in dat geval de hartslag waardes als extra tool om te zorgen dat je wel het juiste energie systeem traint. Als je bijvoorbeeld die training doet op een warme dag, of je komt uit je nachtdienst, bent vermoeid van een lange reis, hebt last van pollen, enz. Dan is je hartslag een mooi controle middel in plaats van streefwaarde.  Vooral omdat je wel het juiste energiesysteem wilt trainen, maar ook een bepaald tempo nastreeft. Bij langere wedstrijdafstanden is het ook een mooi middel om te zorgen dat je op het randje kunt blijven balanceren. Afleiding, prestatiedrang, opzwepende muziek, stuk tegenwind of juist in een mooi groepje voor de wind. Je tempo wisselt dan nogal eens, maar als je de intensiteit goed in de gaten houdt, loop je jezelf toch niet over de kop.

Kort opgesomd een overzichtje.

Duurtraining

Input

Hartslag/Lactaat

Blokken training

Input

Hartslag/Lactaat

Lange Interval

Output/Input

Tempo, Vermogen, Hartslag/Lactaat

Lange wedstrijden

Output/Input

Tempo, Vermogen, Hartslag

Korte wedstrijden

Output/Gevoel

Tempo, Vermogen, Gevoel

En stel nu dat de batterij van je hologe leeg is, loop dan vooral ook eens op gevoel. Dat klopt vaak net zo goed en is ook een vorm van input, vooral bij kortere wedstrijden nuttig. Met wat ervaring weet je echt wel wat je kunt en hoe je die race opbouwt. En sommigen kunnen dat op alle afstanden en trainingen. Dus vergeet vooral niet hoe slim je lichaam is en hoe goed je moet luisteren naar de signalen die het geeft. Laat die klokjes en coaches dan maar lullen. Ik kan mij nog goed herinneren dat een loopster bij een atletiekvereniging waar ik ging testen een zoladztest ging doen. Maar dat klokje met hartslagmeter had ze al jaren niet gebruikt. We hadden snel een deal. Plak het scherm af, loop de test op gevoel en dan maar zien wat er uit komt. Klopt je gevoel met wat we meten, gaat dat klokje de kast weer in. En ja hoor, het klokje kon de kast weer in en ze loopt op 79e jarige leeftijd nog 3 keer per week met veel plezier. Zo kan het ook.  

Print